Flitsverhalen uit en over mensenlevens

Tik-tak-tok tijd

“Pfff”. Margriet zucht diep. Halfacht, nog een half uur. Ze kijkt geërgerd naar de wijzers van de wandklok. Ze zou zo graag de tijd versnellen. Het rustige en onverstoorbare getik-tak-tok werkt haar op de zenuwen. Ze kan niet wachten tot Adolf, haar grote liefde, haar komt halen om naar de kermis te gaan. Het is een mooie zomeravond in 1923. Het leven lonkt nu de Grote Oorlog steeds verder achter hen ligt.

“Pfff”. Margriet zucht diep. Halfacht, nog een half uur. Ze kijkt geërgerd naar de wijzers van de wandklok. Ze zou zo graag de tijd versnellen. Het rustige en onverstoorbare getik-tak-tok werkt haar op de zenuwen. Ze kan niet wachten tot Adolf, haar grote liefde, haar komt halen om naar de kermis te gaan. Het is een mooie zomeravond in 1923. Het leven lonkt nu de Grote Oorlog steeds verder achter hen ligt.

Fast forward, 1983.

Het is de laatste dag van zijn middelbare school en de jongen is – zoals het van hem verwacht wordt – onmiddellijk zijn eindrapport gaan tonen. Opa en oma zijn tevreden, hun kleinkind heeft het goed gedaan. Felicitaties, een envelopje met zakgeld. Daarna treedt de stilte in. Woorden worden overbodig.

Grootvader Adolf zit met gesloten ogen in de zetel. Oma Margriet zit op een stoel aan de rechthoekige eettafel en kijkt naar een onzichtbaar verdwijnpunt in de verte. Ze hebben, na 60 jaar samen, geen woorden meer nodig om elkaar te begrijpen. Het sober binnenvallende licht in de eetkamer versterkt hun stille conversatie die gedragen wordt door het getik-tak-tok van de wandklok. Zo mooi kan stilte zijn. De jongen geniet.

Fast Forward, coronajaar 2021.

Een midvijftiger zit aan zijn bureau. Een monotoon getik-tak-tok mengt zich met zijn gedachten en neemt het ritme van zijn denken over. Hypnotiserend. Geborgen. Hij sluit zijn ogen. Zijn rusteloze geest vertraagt. Zijn ademhaling verstilt. Hij is terug in de woonkamer van zijn grootouders en ervaart wat Joost Zwagerman schrijft over de stillevens van Morandi: “De binnenkant van de stilte ervaren dankzij het aanschouwen van de buitenkant ervan”.

Hij ziet zijn vader, ooms en tantes die in de eetkamer spelen, ruzie maken, zich warmen aan de Leuvense stoof, lachen, ongelukkig zijn, hun eerste lief meebrengen ... met het getik-tak-tok er doorheen geweven.

Ze hangt aan de wand schuin achter hem. Hij hoeft ze niet te zien om ze te kunnen voelen. Het is een eenvoudig eikenhouten model, met als enige frivoliteit bovenaan krullend houtwerk. Sierlijke ronde cijfers geven de uren aan. De zwarte wijzers, één lang en één kort, hebben een punt zoals de schoppen uit een kaartspel. De koperen slinger is rond en groot en plat en gedeukt.

Hij koestert het geluid van die klok, die op de achtergrond en toch aanwezig, al meer dan een eeuw onverstoorbaar seconde na seconde het leven van vier generaties optelt in miljoenen tik-tak-tok seconden.

(398 woorden – mei 2021)